'Mad Mad Mad' in a commercial for Smart eBike
Almost the entire song 'Mad Mad Mad' is now featured in a commercial for the supersonic electric bike from Smart. Thanx to our friends from Sizzer Amsterdam who arranged the synch.


Pop Psychology BLOG 3: De grootste nachterrie van een muzikant |
Pop Psychology BLOG 2: De leugens van de schoonheid. En de feiten. |
|
13-Apr-2011
|
07-Apr-2011
|
|
![]() Alle clichés zetten tegelijkertijd in: m'n handen beginnen klam aan te
voelen, ik hakkel en word rood, ik wil door de grond zakken en in de
lucht verdampen. Hoe kan dit gebeuren? Zoveel hoeken van het klappen van
de zweep zijn inmiddels bekend terrein, zoveel valkuilen heb ik na al
die jaren overzichtelijk in mijn innerlijke TomTom opgeslagen, en
toch... ik klap dicht.
Ik kijk naar rechts, waar Niels aan de gitaar zit, maar ook hij kan me niet helpen. Het is eind november 2010 en we spelen een zogenoemd 'huiskamerconcert'. Niels en ik akoestisch: we've been there, done that, got the T-shirt. Maar al tijdens de eerste song gaat het mis. M'n linkerarm hangt gebroken met pinnen erin langs m'n lichaam, maar ik zou op zich prima moeten kunnen zingen. Op het moment dat ik er echter denk, 'Iedereen vraagt zich vast af waarom m'n arm er zo raar bij hangt', ben ik verloren. Binnen een halve song kan ik me niet eens meer herinneren wat het volgende woord van de tekst is, laat staan op welke hoogte ik 'em zou moeten zingen. Laat die gebroken arm geen excuus zijn, soms is het gewoon een recente kut-opmerking van je ex of een vermeend rare blik van iemand uit het publiek: er kan van alles gebeuren tijdens een optreden waardoor je even de verkeerde richting in denkt, en daarna in een razendsnelle spiraal van één gemist nootje naar een complete verstandsverduistering schiet. Eenmaal op die spekgladde glijbaan van negatieve gedachten, is er nauwelijks houvast meer te vinden. Ook niet in de ogen van je gitarist, die wel vermoedt wat er aan de hand is. Een kleine week later sta ik toevallig college te geven over de werking van het geheugen. In een notendop: volgens ene meneer bestaat geheugen uit drie componenten die met elkaar interacteren. 1. Je hebt je zintuiglijk geheugen waar van alles binnen komt (je ziet publiek, je voelt een zere arm, je hoort valse zangtonen). Alleen de informatie waar je aandacht aan besteed, gaat door een soort poort naar het werkgeheugen. Dat is component 2. Je kunt daar die informatie eindeloos rondjes laten draaien, en dan maar hopen dat ze naar component nummer 3 door mogen: het lange-termijngeheugen. Dat herhalen á la het stampen van Franse woordjes, heeft echter weinig succesgarantie. Iets wat betekenisvol voor je is (het kapsel van Justin Bieber), nestelt zich al meteen na één aanblik in de bibliotheek van je herinneringen gaan. Eenmaal daar, zou je opgeslagen informatie telkens naar believen moeten kunnen terughalen naar het werkgeheugen. Als een profeet op een zeepkist leg ik de studenten uit dat deze theorie ook prachtig is toe te passen op het leren van een tentamen. Wie leerstof op betekenisvolle manier in zijn innerlijke bibliotheek stopt, haalt 'em er tijdens een tentamen gemakkelijk weer uit. Ik doe er nog een schepje bovenop, en vertel hoe mentaal dichtklappen werkt. Als je namelijk tijdens zo'n tentamen teveel denkt aan andere zaken - “O, ik heb te weinig geleerd, straks gaat het mis”- dan is dat werkgeheugen zo druk bezig met al die bullshit, dat ze niet meer gewoon haar taak als bibliothecaris kan vervullen. Je lange-termijngeheugen ligt achter een barricade die je zelf hebt opgeworpen en die zelfs steeds groter wordt, juist naarmate je langer over de obstructie denkt! Gelukkig is uit onderzoek ook naar voren gekomen dat als je weet hoe dit alles-blokkerende proces werkt, je ook in staat bent tegen je werkgeheugen te zeggen 'Kappen nou!' en dan zal het zich weer wat koester houden. Iedereen weg uit de collegezaal, word ik overvallen door een pijnlijk helder moment. Waarom heeft niemand mij ooit even dit college gegeven? Het had m'n redding kunnen zijn tijdens de geheugenpaniek van vorige week, en al die andere keren dat ik voor de ogen van het publiek de draad volledig kwijt was. Ik zeg niet dat het nooit meer voor zal komen, maar op dreigende mislukmomenten heb ik nu in ieder geval een truc paraat om een galopperend werkgeheugen tot een halt te roepen. Het optreden afgelopen weekend bijvoorbeeld, in de home town van m'n jeugd: daar was genoeg aanleiding om zenuwachtig te zijn en dus qua geheugen flink van de wap te raken. Ik zal heus wel een nootje d'r naast gezongen hebben, maar dan trek ik tegenwoordig de innerlijke oogkleppen stevig aan en laat het door veel repetities vormgegeven lange-termijngeheugen gewoon rustig z'n gang gaan. En ik geniet met volle teugen van een fantastisch leuk concert. Eentje dat een heel mooie plek in m'n herinneringsbibliotheek krijgt. Kane, M. J., Engle, R. W. Working-memory capacity, proactive interference, and divided attention: Limits on long-term memory retrieval. Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and Cognition, Vol 26(2), Mar 2000, 336-358. N. B. Mail me niet over het feit dat Baddeley tegenwoordig meent dat het geheugen nog een vierde component heeft, ik houd de zaken graag iets eenvoudiger om niet dicht te klappen bij het schrijven van een blogje. |
![]() Ja,
ja.. natuurlijk ben ik als serieuze muzikant altijd 100% cultureel
verantwoord bezig. Het gaat om de muziek, hè. De inhoud, de kunst. Fuck
it. Volgens mij staan de grootste culturele moraalridders het langst
voor de spiegel, zich druk te maken over De Vorm. Is het merk
spijkerbroek wel goed? Het baardje niet te kort getrimd, de haren genoeg
quasi-nonchalant punterig naar voren gestreken?
Nee, ik kom er maar meteen voor uit: ik kan volop genieten van spelen met de vorm. Eens in de twee, drie jaar als een plaat af is, moeten er ook plaatjes bij worden geschoten. En dat kán best leuk zijn. 19 maart 2011: we staan met tien man op een plat dak, hoog ergens in Amsterdam. Het lijkt wel een feestje. Sander heeft net biertjes gehaald. De buurman van beneden komt er met z'n dochter bij zitten. Er zijn chips en broodjes, er is muziek uit een iPod-gettoblaster. En overal liggen kleren, alsof er zeer plaatselijk een H&M ontploft is. In één dag gaan we alle foto's voor de website, albumhoes, etc etc schieten. En als een wonder schijnt vandaag de zon. Na dagen van regen en grijze luchten, is het nu strak blauw, precies op die ene dag die iedereen vrij had gehouden. Ik ben zo blij, dat mijn gevoelstemperatuur zeker 10 graden hoger dan het werkelijke aantal graden Celcius is. Dat is ook wel nodig: het is ondanks die zon nog steeds half maart en ik sta in flinterdunne jurkjes een beetje te lachen naar de camera. Er is bovendien niet echt tijd om de preutse diva uit te hangen en bij ieder kledingwissel via alle trappetjes weer naar binnen te gaan. Dus ik sta me telkens tot topless toe om te kleden op dat dak, enigszins verscholen achter een leeg kledingrek. Ik gil nog een paar keer “En nou iedereen effe die telefooncamera's weg!”, maar nieuwsgierige omwonenden hadden goed zicht, zullen we maar zeggen. Vandaag heb ik de foto's voor me, en ze zijn zo mooi dat ik me even verlies in nadenken over De Inhoud Van De Vorm. Zoveel mythes gaan rond over schoonheid. Mensen maken zich er sinds de oertijd al druk over (en muzikanten al ver voor de oer-vetkuif van Elvis). Waarom is uiterlijk toch zo belangrijk? Uit verschillende onderzoeken is naar voren gekomen dat mooie personen automatisch intelligenter worden ingeschat dan hun lelijke medemens. Wat onsportief van de natuur. De natuur is zelfs letterlijk onrechtvaardig. John Keats beweerde dan wel ooit “Beauty is truth, truth is beauty”, maar dat is juist een leugen. Mensen hebben namelijk zodanig een voorkeur voor types met smalle kaken, kleine neuzen en grote ogen, dat schepsels met deze 'babyface'-kenmerken bij rechtszaken eerder (dus ook eerder onterecht) onschuldig worden bevonden. Niks waarheid dus. Al meenden de oude Grieken dat schoonheid zelfs mathematisch berekend kon worden. Volgens Pythagoras waren de tonen op een toonladder onderverdeeld in exacte verhoudingen van 2:1 of 3:2. En in de architectuur, maar ook in het menselijk gezicht zijn we het meest gecharmeerd van verhoudingen volgens de 'gulden snede': perfectie laat zich berekenen als 1 staat tot 1,618. Hm, de tonen op de plaat zijn niet allemaal even zuiver gezongen en gespeeld. Sorry, Pyth. Betekent dat dan 'geen gulden snede, geen gouden plaat'? Kan mijn gezicht er überhaupt mee door? Qua babyface-onschuldigheid, kom ik wel een eind. Kleine neus, grote ogen... Check, check. Goed zo, Marg. Iedereen zal nu geloven dat het liedje 'Play Me' werkelijk over lieve, onverdorven zaken gaat, als je nu zo in de camera kijkt met je smalle kaaklijntje. Terug naar het platte dak. Nog één keertje klik, en dan krijg ik meteen een dekentje omgeslagen. Om half 7 's avonds is het licht inderdaad op z'n mooist, maar zelfs mijn allerwarmste gevoelens voor deze prachtige dag verliezen het nu van de kou. Zoveel kippenvel... krijg je zelfs met Photoshop niet meer weg. Foto: Hannah Lipowsky Gorn, G.J., Jiang, Y. & Johar, G.V. Babyfaces, Trait Inferences, and Company Evaluations in a PR Crisis. Journal of Consumer Research, June 2008. Hemenway, P. (2010). De geheime code φ - de gulden snede als goddelijke verhouding in kunst, natuur en wetenschap. Kerkdriel: Librero. |
|
Pop Psychology BLOG 1: Uit de kast, over de rand |
||
31-Mar-2011
|
||
![]() “Zeg,
kan het zijn dat ik jou in een Elle-tijdschrift van een paar jaar terug
heb gezien?” We staan onze handen te wassen op het damestoilet bij de
collegezaal, en ik kijk verschrikt opzij. Ze hebben me door. Als één
student mijn 'andere' identiteit kent, weten ze het binnenkort allemaal.
“Ja... dat kan kloppen. Vertel maar niks door, anders nemen jullie me
niet meer serieus”, zeg ik met een verontschuldigend lachje. Al jaren
probeer ik twee werelden, en dus twee identiteiten uit elkaar te houden,
maar dat lukt steeds slechter. Afhankelijk van op welk feestje ik me
bevind, hang ik inmiddels standaard één van twee nogal verschillende
verhalen op.
Verhaal 1: Nou, tante Huppelepup, ik ben in twee specialisaties van psychologie Cum Laude afgestudeerd, en geef nu college aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast maak ik nog steeds muziek. Reactie: Wat een leuke hobby, Marg! Verhaal 2: Yo, ik ben nog steeds dag en nacht met de nieuwe plaat bezig, hij is bijna af. Daarnaast werk ik een paar dagen per week bij de UvA, beetje werkgroepjes geven aan eerstejaars. Reactie: Slim bijbaantje, Marg! Vroeger was het hoogste goed om je zowel in de wetenschap als in de kunst te bekwamen; ik geloof niet dat Leonardo da Vinci op feestjes daar moeilijk over deed. Maar doodsbenauwd om als muzikant/ songwriter/ producer minder gung-ho beschouwd te worden, kleineer ik altijd mijn academische achtergrond. En welke student kan nog iets zinnigs aannemen van een docent die per ongeluk iets teveel BH laat zien op een YouTube, of het weekend voor het college blijkbaar depressief in bed heeft gelegen. Afgelopen semester begonnen m'n twee strak afgebakende wereldjes echter teveel door elkaar te lopen: met Simon (Akkermans, inderdaad) was ik nog bezig GRAM 2 qua productie af te ronden, en in een moordend tempo probeerde ik een hele cursus Inleiding In De Psychologie binnen dertien weken er doorheen te rossen. Elke week 200 a 250 studenten voor je, dat voelt exact hetzelfde als optreden, kan ik je vertellen. En ik kon me inmiddels niet meer onttrekken aan de overeenkomsten die ik zag tussen datgene wat ik in een collegezaal stond uit te leggen aan sociaal-psychologische fenomenen, en alles wat ik in 15 jaar muziek(-industrie) had meegemaakt. Ik ben geen popprofessor; dat is er maar één, en ik kwam hem onlangs toevallig tegen: Tom ter Bogt. Gulzig heb ik inmiddels flink wat onderzoek van zijn hand gelezen, en toen besloten dat ik vanaf nu openlijk mijn twee werelden ga delen. Eerder al hield ik ruim een jaar lang een YouTube-dagboek bij om te laten zien hoe de songs van het nieuwe album tot stand zijn gekomen. Nu komt het album binnenkort uit en wil ik op een andere manier verslag doen van wat GRAM zoal meemaakt: in een wekelijks blog, hier op m'n site, waarin ik m'n persoonlijke (muzikale) belevingen en beschouwingen langs de meetlat van de psychologie leg. In de komende tijd wil ik bijvoorbeeld proberen uit te leggen waarom de ene zangeres juist excelleert voor een live-publiek en de ander dichtklapt, waarom muzikanten op tour eerder geneigd zijn vreemd te gaan dan thuis, of er werkelijk een connectie bestaat tussen genialiteit en gekte, of depressie letterlijk 'aangeleerd' kan worden, maar ook hoe het verschijnsel 'flow' werkt. Psychologie is echt overal. Het is er zelfs als je een foto-shoot hebt voor het album-artwork, zoals vorige week zaterdag. Te gek om op een plat dak hoog boven Amsterdam de plaatjes te schieten, maar de helft van de crew had hoogtevrees en sommigen durfden uiteindelijk niet op het smalle laddertje het dakraam door naar de uiterste top. Ik vond het allemaal prachtig en liep met mooie make-up en hippe kleren een beetje over dat dak te paraderen. Fotograaf Hannah trok dat dus echt niet, en gilde meerdere malen dat ik meer afstand moest houden van de rand. Onmiddellijk klikt er dan iets in mij en rrrrt... ratelen allerlei behandelingen voor hoogtevrees door m'n hoofd. Systematische desensitisatie, zou dat wat zijn? Dan laat je iemand stapje voor stapje z'n fobische object benaderen. Of anders misschien 'flooding'? Dan stel je iemand in één klap aan het allerergst denkbare bloot. Als ik haar nu gewoon even over de rand van het dak hang, denk ik barmhartig, dan is ze er voor de rest van haar leven van genezen... Maar die zaterdag is Hannah de baas op de set (en terecht: volgende week het resultaat hier!) en ik ben geen gediplomeerd gedragstherapeut. Ik ben en blijf in eerste instantie muzikant, songwriter. Al kijk ik ook graag eens over de rand, naar de wetenschap. Kijk met me mee, de komende maanden. Ik vind het uitzicht zelf fascinerend. Foto: Strangelove Cialdini, R. B. (2001). Influence: Science and practice (4th ed.). Boston: Allyn & Bacon. Gray, P. (2006). Psychology (5e ed. with CD-Rom). New York: Worth. |
||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |